Vanaf 2021 meer vrijheid bij uitvoering van CEO Wmo

1 december 2020
CEO Wmo

Gemeenten krijgen vanaf 2021 meer vrijheid bij de uitvoering van het cliëntervaringsonderzoek (CEO) Wmo, dat meldt de VNG op haar site. In de afgelopen jaren heeft de VNG in een werkgroep, samen met het ministerie van VWS en een aantal gemeenten, verkend hoe het CEO Wmo anders ingericht kan worden. Gemeenten ervaren met de opzet die tot dit jaar geldt, te weinig vrijheid om het CEO naar eigen behoefte in te richten. Hierop heeft de werkgroep (toe)gewerkt naar een nieuwe opzet: het ‘CEO Wmo nieuwe stijl’. In dit artikel geven wij een samenvatting van de wijzigingen. Op een later moment informeren wij u over de mogelijkheden die wij zien voor de invulling van het CEO Wmo nieuwe stijl. Onze klanten worden hierover uiteraard individueel van op de hoogte gesteld.

Wat blijft zoals het is?

Het CEO Wmo nieuwe stijl is ontwikkeld met de wettekst van de Wmo 2015 als kader. Vanuit de Wmo (artikel 2.5.1) zijn gemeenten verplicht om jaarlijks onderzoek te doen naar de ervaringen van cliënten met de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning. Deze wettekst is niet aangepast, dus de kaders die in de wet zijn beschreven, blijven van kracht. In grote lijnen betekent dit dat het onderzoek nog steeds dient te voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • Gemeenten voeren jaarlijks een onderzoek uit naar de ervaringen van ‘cliënten’ met de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning;
  • Onder cliënten wordt verstaan: personen voor wie een onderzoek is uitgevoerd als bedoeld in artikel 2.3.2, lid 1 Wmo 2015 of personen die gebruik maken van een voorziening (art. 8 Uitvoeringsregeling Wmo 2015);
  • Voor de uitvoering van het CEO wordt gebruik gemaakt van een vragenlijst;
  • In de vragenlijst wordt tenminste ingegaan op de drie thema’s: toegang, kwaliteit en effect;
  • Gemeenten leveren jaarlijks voor 1 juli de onderzoeksresultaten aan bij de Minister van VWS (of een door die minister aangewezen instelling);
  • Gemeenten publiceren de uitkomsten van het onderzoek voor 1 juli.

Voor het CEO Jeugdwet hebben gemeenten momenteel al meer ruimte om het onderzoek naar eigen inzicht vorm te geven. Hoewel dit onderzoek haar eigen uitdagingen kent, blijft het CEO Jeugdwet voorlopig ongewijzigd.

Wat verandert er?

In de nieuwe opzet voor het CEO Wmo krijgen gemeenten de huidige vragenlijst en bijbehorende onderzoeksaanpak niet meer voorgeschreven. Het staat hen wel vrij deze te blijven gebruiken, maar zij mogen er ook voor kiezen om het onderzoek – binnen bepaalde voorgeschreven kaders – op een andere wijze in te richten. De voorgeschreven kaders worden hieronder nader toegelicht.

Onderzoeksresultaten hoeven niet meer via de online module (zoals nu door onderzoeksbureau Enneüs verzorgd) aangeleverd te worden. Er is een nieuw format ontwikkeld, waarin gemeenten onder andere dienen aan te geven of ze het CEO hebben uitgevoerd, hoe het is uitgevoerd (o.a. doelgroep, methode, onderzoeksonderwerpen) en wat er is gedaan met de uitkomsten van het onderzoek.

Uitgangspunten CEO Wmo nieuwe stijl

De VNG heeft onderstaande uitgangspunten vastgesteld voor het CEO Wmo nieuwe stijl.

1. Moment | Gemeenten verzamelen over elk kalenderjaar op tenminste één moment cliëntervaringen. Ze kunnen er ook voor kiezen dit vaker (periodiek) of continu te doen.

2. Doelgroep | Gemeenten kunnen kiezen voor welke doelgroep(en) van cliënten ze ervaringen verzamelen. In het ‘CEO Wmo nieuwe stijl’ is het expliciet mogelijk om meer gericht onderzoek te doen (bijvoorbeeld onder cliënten die gebruik maken van een bepaald type voorziening), zolang gemeenten maar onderzoek doen onder personen voor wie een ondersteuningsonderzoek is uitgevoerd of die gebruik maken van een algemene of maatwerkvoorziening.

3. Thema’s | Het CEO Wmo moet dus altijd tenminste gaan over drie thema’s (zie 4.): toegankelijkheid van voorzieningen, kwaliteit van ondersteuning én ervaren effect van de ondersteuning op de zelfredzaamheid en participatie. De keuze voor een bepaalde doelgroep kan echter tot gevolg hebben dat één van deze thema’s minder aan bod komt.

4. Methode | Gemeenten kunnen kiezen voor andere onderzoeksmethoden (kwantitatieve dan wel kwalitatieve) dan de huidige standaard vragenlijst. Uitgangspunt is wel (zie 3.) dat voor de uitvoering van het CEO Wmo een vragenlijst wordt gebruikt. Maar gemeenten zijn vrij om deze vragenlijst naar eigen inzicht in te richten zolang in de vragenlijst maar de drie voorgeschreven thema’s (toegang, kwaliteit en effect) aan bod komen.

5. Handreiking ‘Goed CEO doen’ | Iedereen is gebaat bij cliëntervaringsonderzoek van voldoende kwaliteit. Dat is vooral een verantwoordelijkheid van de gemeente zelf. Ter ondersteuning hiervan komt er een handreiking ‘Goed CEO doen’.

6. Aanbevelingswaardige instrumenten/onderzoeksaanpakken | Gemeenten dragen zelf een aantal goed bevonden, aanbevelingswaardige instrumenten/onderzoeksaanpakken aan. Deze selectie wordt beoordeeld door enkele experts. Dit zal een doorgaand proces zijn, waardoor de set van aanbevelingswaardige instrumenten/onderzoeksaanpakken zich ontwikkelt. Gemeenten wordt aangeraden voor het CEO Wmo één van deze aanbevolen instrumenten/onderzoeksaanpakken te hanteren. Zij kunnen ook kiezen voor een ander instrument, mits ze zich houden aan de hier genoemde uitgangspunten en de criteria voor kwalitatief goed CEO (zoals geformuleerd in bovengenoemde handreiking).

7. Gemeentelijke rapportage | Gemeenten leveren jaarlijks de resultaten aan van hun CEO Wmo, aan de hand van een hiervoor ontwikkeld format voor gemeentelijke rapportage, met onder meer aandacht voor de opzet van het CEO en de opvolging van de CEO-resultaten.

8. Landelijke analyse | Het Ministerie van VWS laat elk jaar een landelijke analyse uitvoeren van de ontvangen gemeentelijke rapportages. Dit levert (inhoudelijke) ‘rode draden’ op t.b.v. een landelijk beeld van cliëntervaring. Van deze landelijke analyse wordt een rapportage opgesteld, welke openbaar gemaakt wordt. Daarnaast worden de gemeentelijke rapportages ontsloten op een centrale website (al dan niet via www.waarstaatjegemeente.nl) met een makkelijk doorzoekbare database.

In een Q&A op de site van VNG wordt uitgebreid antwoord gegeven op uiteenlopende vragen.

Delen via: