‘Zet cliëntondersteuning voor ouderen op de kaart’, dat schrijft Yvon van Houdt (directeur MEE NL) in haar blog van onlangs.
In haar verhaal schrijft de directeur dat ouderen vaak onbekend zijn met cliëntondersteuning, waarbij ze sterk refereert aan de inzichten die uit het jaarlijkse Wmo-onderzoek van ZorgfocuZ komen. Klik hieronder voor de blog waarin wordt gerefereerd naar dat twee op de drie mensen, die aanspraak maken op de Wmo, niet weten dat ze gebruik kunnen maken van een onafhankelijke cliëntondersteuner.
Klik hier voor de blog op de website van MEE NL
Het jaarlijkse cliëntervaringsonderzoek Wmo
Het cliëntervaringsonderzoek Wmo dient sinds enkele jaren verplicht door gemeenten uitgevoerd te worden. Wij zijn anno 2022 marktleider als het gaat om de uitvoering van de cliëntervaringsonderzoeken voor gemeenten. Wij ondersteunen meer dan 125 gemeenten met de uitvoering van het CEO Wmo, Jeugdwet en Participatiewet en andere onderzoeken met thema’s als hulp bij huishouden, doelgroepenvervoer, armoede, veiligheid, algemene voorzieningen, mantelzorgondersteuning en beschermd wonen.
Cliëntervaringsonderzoek Wmo nieuwe stijl
Gemeenten ervaarden de afgelopen jaren te weinig vrijheid om het cliëntervaringsonderzoek Wmo naar eigen behoefte in te richten. VNG heeft in een werkgroep, samen met het ministerie van VWS en een aantal gemeenten, daarom verkend hoe het CEO Wmo anders ingericht kan worden. Hierop heeft de werkgroep (toe)gewerkt naar een nieuwe opzet: het ‘CEO Wmo nieuwe stijl’. De conclusie is dat gemeenten vanaf 2021 meer vrijheid krijgen bij de uitvoering van het CEO) Wmo.
ZorgfocuZ heeft ons ondersteund bij het cliëntervaringsonderzoek voor Jeugdhulp. De communicatie was prettig en de betrokkenheid goed. Gedurende het proces werden we op de hoogte gehouden van de vorderingen en de resultaten zijn volgens planning opgeleverd.
Tessa Reekers – beleidsmedewerker gemeente Waterland
Wat blijft zoals het is?
Er zijn een aantal onderdelen dat hetzelfde blijft:
- De kaders die in de wettekst van de Wmo 2015 zijn beschreven, blijven van kracht. Gemeenten blijven verplicht om jaarlijks onderzoek te doen naar de ervaringen van cliënten met de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning.
- Onder cliënten wordt verstaan: personen voor wie een onderzoek is uitgevoerd als bedoeld in artikel 2.3.2, lid 1 Wmo 2015 of personen die gebruik maken van een voorziening (art. 8 Uitvoeringsregeling Wmo 2015).
- Voor de uitvoering van het CEO Wmo wordt gebruik gemaakt van een vragenlijst.
- In de vragenlijst wordt tenminste ingegaan op de drie thema’s: toegang, kwaliteit en effect.
- Gemeenten leveren jaarlijks voor 1 juli de onderzoeksresultaten aan bij de Minister van VWS (of een door die minister aangewezen instelling (dit verzorgt onderzoeksbureau Enneüs).
Wat gaat er veranderen aan het CEO Wmo?
In de nieuwe opzet voor het CEO Wmo krijgen gemeenten de ‘oude’ vragenlijst en bijbehorende onderzoeksaanpak niet meer voorgeschreven. Het staat gemeenten wel vrij deze te blijven gebruiken, maar gemeenten mogen er ook voor kiezen om het onderzoek – binnen bovengenoemde kaders en uitgangspunten – op een andere wijze in te richten. De belangrijkste uitgangspunten zijn:
- Moment | Gemeenten verzamelen over elk kalenderjaar op tenminste één moment cliëntervaringen. Ze kunnen er ook voor kiezen dit vaker (periodiek) of continu te doen.
- Doelgroep | Gemeenten kunnen kiezen voor welke doelgroep(en) van cliënten ze ervaringen verzamelen. In het ‘CEO Wmo nieuwe stijl’ is het expliciet mogelijk om meer gericht onderzoek te doen (bijvoorbeeld onder cliënten die gebruik maken van een bepaald type voorziening), zolang gemeenten maar onderzoek doen onder personen voor wie een ondersteuningsonderzoek is uitgevoerd of die gebruik maken van een algemene of maatwerkvoorziening.
- Thema’s | Het CEO Wmo moet dus altijd tenminste gaan over drie thema’s: toegankelijkheid van voorzieningen, kwaliteit van ondersteuning én ervaren effect van de ondersteuning op de zelfredzaamheid en participatie. De keuze voor een bepaalde doelgroep kan echter tot gevolg hebben dat één van deze thema’s minder aan bod komt.
- Methode | Gemeenten kunnen kiezen voor andere onderzoeksmethoden (kwantitatieve dan wel kwalitatieve) dan de huidige standaard vragenlijst. Uitgangspunt is wel dat voor de uitvoering van het CEO Wmo een vragenlijst wordt gebruikt. Maar gemeenten zijn vrij om deze vragenlijst naar eigen inzicht in te richten zolang in de vragenlijst maar de drie voorgeschreven thema’s (toegang, kwaliteit en effect) aan bod komen.
- Gemeentelijke rapportage | Gemeenten leveren jaarlijks de resultaten aan van hun CEO Wmo, aan de hand van een hiervoor ontwikkeld format voor gemeentelijke rapportage, met onder meer aandacht voor de opzet van het CEO en de opvolging van de CEO-resultaten
- Landelijke analyse | Het Ministerie van VWS laat elk jaar een landelijke analyse uitvoeren van de ontvangen gemeentelijke rapportages. Dit levert (inhoudelijke) ‘rode draden’ op t.b.v. een landelijk beeld van cliëntervaring. Van deze landelijke analyse wordt een rapportage opgesteld, welke openbaar gemaakt wordt. Daarnaast worden de gemeentelijke rapportages ontsloten op een centrale website (al dan niet via www.waarstaatjegemeente.nl) met een makkelijk doorzoekbare database.
Cliëntervaringsonderzoek Wmo – Aanpak op maat
De uitgangspunten van het CEO Wmo nieuwe stijl sluiten aan bij de wijze waarop wij gemeenten de afgelopen jaren reeds geadviseerd hebben om onderzoek te doen. Hierbij is en blijft ons uitgangspunt dat het CEO Wmo niet alleen uitgevoerd moet worden voor de externe verantwoording, maar juist ook om te kunnen voorzien in uw informatiebehoefte.
Voor de uitvoering van het CEO Wmo houden wij altijd rekening met de uitgangspunten zoals die zijn vastgelegd door VNG en gaan wij met u in gesprek om uw informatiebehoefte in kaart te brengen en om een optimale onderzoeksaanpak te formuleren. Aan de basis van een onderzoeksaanpak staat de keuze voor de doelgroep, vragenlijst en methode van dataverzameling.
Voor de meeste gemeenten voeren wij het onderzoek uit aan de hand van mixed-mode dataverzameling (schriftelijke benadering). Het is echter ook mogelijk om gebruik te maken van online onderzoek of meer kwalitatieve onderzoeksmethoden zoals telefonische interviews en diepte interviews. Wij stellen tevens met u vast of u een eenmalige meting wenst of dat u periodiek informatie wilt ophalen. In dat geval zou continu meten wellicht iets voor u kunnen zijn.
De resultaten rapporteren wij in een overzichtelijk hardcopy rapport met daarnaast een mooie factsheet. Het rapport kunnen wij aanvullen met benchmarks en maatwerkanalyses. Mocht u de voorkeur geven aan een digitaal rapport dan zullen wij de resultaten rapporteren in ons online dashboard.
U kunt ervan uit gaan dat wij u bij de hand nemen en alle mogelijkheden met u bespreken om tot de meest optimale aanpak te komen die aansluit op uw behoefte.
ZorgfocuZ heeft vooraf goed met ons meegedacht als antwoord op de door ons opgestelde onderzoeksopzet voor het CEO Wmo en Jeugd. De samenwerking hebben wij als positief ervaren en er werd snel gereageerd op onze vragen.
Marianne Rahms & Anouk Kooistra – beleidsadviseurs Wmo & Jeugd gemeente Woerden