Een interessant artikel in de Trouw over een onderzoek naar de zelfredzaamheid van burgers en de rol van sociale teams in deze. Vanuit onze cliëntervaringsonderzoeken voor gemeenten en sociale teams komen wij veel met dit onderwerp in aanraking. Zie onder het gehele artikel:
Het ideaal van de burger die zichzelf redt, zonder hulp van de overheid, werkt in de praktijk niet, of slecht. Hulpverleners in sociale wijkteams zijn niet zonder meer gericht op het zelfstandig maken van de cliënten. Ook zijn ze er huiverig voor familie, vrienden en buren in te schakelen, ook al omdat hulpbehoevenden het vaak niet passend vinden hulp te vragen van hun naasten.
Tot deze conclusies komt een team van sociale wetenschappers dat langdurig onderzoek doet in zes gemeenten naar de gevolgen van de decentralisatie, het overhevelen van jeugdzorg, delen van langdurige zorg en arbeid naar gemeenten. Die operatie kreeg in 2015 haar beslag. Het onderzoek in Amsterdam, Rotterdam, Eindhoven, Zwolle, Sittard-Geleen en Leeuwarden loopt tot 2018. De wetenschappers van de Universiteit voor Humanistiek en de Universiteit van Amsterdam presenteren hun tussentijdse bevindingen vandaag in Utrecht.
De onderzoekers constateren dat het ideaal van de zelfredzame burger breed wordt gedeeld. Iedereen gelooft erin, niet alleen politiek Den Haag en beleidsmakers, maar óók hulpverleners in en buiten wijkteams die ze hebben gesproken en geobserveerd in circa 250 gesprekken met cliënten, vaak aan de keukentafel. Die professionals geloven net zo goed in een samenleving waarin mensen actief zijn, en zorgzaam voor elkaar. En die als ze het zelf niet redden, door hulpverleners worden gestimuleerd om op eigen benen te staan. Mensen moeten zelfredzaam zijn, of dat worden. Dat is het idee.
De lamme en de blinde
Maar de hulpverleners handelen niet naar dit ideaal. Juist niet-zelfredzame burgers kloppen bij de wijkteams aan. Professionals moeten een beroep doen op de kring om de cliënten heen, maar lang niet altijd is er zo’n sociaal netwerk van familie en vrienden. En als die mensen er wel zijn, dan moeten ze niet zelf bijna overspannen zijn van de hulp die ze al bieden. Vereiste is ook, dat familie en vrienden de capaciteiten hebben om te helpen; de lamme heeft niks aan de blinde.
Een bewoonster van een ouderencomplex zei bijvoorbeeld tegen de onderzoekers: “We zijn hier in het portiek heel goed met elkaar, maar we zijn te oud en gebrekkig om elkaar te helpen.”
Hulpbehoevenden zelf hebben de draai naar een beroep doen op hun netwerk nog niet gemaakt, ook dat weerhoudt professionals ervan hun naasten aan te spreken. Mensen zijn bang dat de relatie met hun familie of vrienden onder druk komt als zij hen om hulp moeten vragen. Ouderen willen niet afhankelijk zijn van hun kinderen. Vriendschappen moeten gelijkwaardig blijven. En de contacten met buren houden mensen het liefst luchtig. Die willen ze niet belasten met onderlinge hulp, zeker niet als die langdurig is.
Netwerk ontzien
Professionals leggen zich daarbij neer. “Zij zijn geneigd het netwerk te ontzien omdat zij verwachten dat het aanspreken van verantwoordelijkheid van familieleden, buren of vrienden de aard van de relaties onder druk zet en uiteindelijk de hulpvrager niet ten goede komt”, schrijven de wetenschappers. Zij constateren dat een beroep op naasten makkelijker is als de hulpvrager zichzelf ook weleens inzet voor een ander.
Een wijkverpleegkundige zegt over een echtpaar dat hulp nodig had: “Hij stond altijd voor iedereen klaar. Nu hem wat scheelde, kwamen ze hem helpen. Zo zie je het wel vaker.”
De onderzoekers zelf vinden zelfredzaamheid op zich een mooie gedachte. “Maar het is ook een armoedig ideaal”, zegt sociaal wetenschapper Femmianne Bredewold. “Erken dat er ook een andere kant aan zit. Dit is hoe het werkt, het kan schadelijke effecten hebben. Sommige mensen hebben gewoon hulp nodig. Dat is al erg genoeg, bespaar hen die pijnlijke ervaring ze steeds te vertellen dat ze zelfredzaam moeten zijn, terwijl ze dat niet kunnen. En maak geld vrij voor hulp.”
Bron: www.trouw.nl